woensdag 30 maart 2016

Lentewandeling

Op 1e Paasdag, was het prima wandelweer. Het was droog, er stond een stevige wind, de zon scheen en de temperatuur was 12 - 13 graden. Ik koos voor een boswandeling in het Bergherbos in Beek om niet de hele tijd in de harde wind te hoeven lopen.
Omdat de bomen nog geen bladeren hebben, kon ik toch lekker in de zon lopen.

Mijn route begon langs de rand van het bos en na een paar honderd meter sloeg ik rechts af. Het zandpad waarop ik kwam te lopen is een zandweg voor de boeren en tevens een ruiterpad voor de paardenliefhebbers. Het zand van zo`n ruiterpad is meestal zwaar om op te lopen vanwege het droge en rulle zand. Nu was dat niet het geval, wel moest ik regelmatig de paardenkeutels ontwijken.
De zandweg bleef een heel eind langs de rand van het bos lopen, aan de rechterkant liep ik langs omgeploegde landbouwvelden. Op een gegeven moment ging het zandpad wel het bos in en tot mijn verbazing zag ik het open terrein, een omheind grasveld in de vorm van een vierkant, waar ik de vorige keer ook langs was gekomen. Toen probeerde ik de routeborden van de Nordicwalking te volgen. Waar ik de vorige keer rechts af geslagen was, ben ik nu links af gegaan. Een eindje verderop, op een splitsing, zag ik de pijl van de bruine wandelroute en op dezelfde paal zag ik tevens het bordje van de Nordicwalkingroute. Ik besloot om de bruine wandelroute te gaan volgen en tevens de N.W.borden in de gaten te houden.

De bosomgeving zag ik veranderen: er kwam meer open ruimtes met gras en lag minder houtafval op de grond. In de verte hoorde ik al enige tijd het geraas van een autosnelweg en op een open stuk kon ik inderdaad de snelweg zien; een stuk dichterbij zag ik de provinciale weg van Beek naar `s Heerenberg.

Even later zag ik een aantal roestbruine metalen zuilen met een kunstwerk erop. Ik zag dat deze zuilen een onderdeel waren van een uitgezette wandelroute door Natuurmonumenten. Op een van de zuilen lag een handgranaat en ernaast was een Duitse loopgraaf te zien uit de 1e Wereldoorlog.
Aan de andere kant van dit wandelpad zag ik een opslagplaats voor afgezaagde boomstammen; er lagen hier enorm veel boomstammen. Ik zag dat ik wederom aan de rand van het bos liep en even later ging mijn wandelroute weer naar links, het bos in. Het terrein was al enige tijd steeds heuvelachtiger aan het worden en nu kwam ik uit bij een open heidegebied. Ik liep er een kort stuk doorheen en zag vervolgens een bord staan met: De Sprung. Het bleek een project van Natuurmonumenten te zijn: een ondiepe beek dat in ere is hersteld. Er stond nog een bord, waarop de wandelaars werd gevraagd om 50 m verderop pas in het water te spelen. Dit i.v.m. het herstel van de waterranden. Het wandelpad was hier erg smal en het had meerdere hoogteverschillen. Op de plek aangekomen waar je als bezoeker in het water mag spelen, kon ik via een paar tegels in het water oversteken.

Mijn route ging aan de andere kant weer terug naar waar ik vandaan kwam. Vervolgens ging ik weer terug richting het open heideveld en liep er aan de zijkant langs. Ik passeerde verderop een open zandgebied dat op een heuvel lag.
Even verderop kwam ik uit op een verhard betonnen wandel / fietspad; toen ik hier een tijdje over heen liep, passeerde ik een kleine camping. Dit verharde wandel / fietspad is de grens tussen 2 bosgebieden: aan de ene kant zag ik het bord staan met de naam Bockhauserbos en aan de kant waar ik vandaan kwam, stond het bord Bergherbos.
Ter hoogte van de camping ging mijn bruine route links af, weer het Bergherbos in.
Het wandelpad waarop ik nu kwam te lopen ging behoorlijk stijl omhoog. Ik hoefde gelukkig niet helemaal naar de top want op 3/4 van de hoogte mocht ik rechts af.

Tot mijn verbazing ging de bruine wandelroute op een gegeven moment toch weer naar links en dit voelde niet goed voor mij. Het was de verkeerde kant op; ik was al bijna 1½ uur aan het wandelen zonder pauze, ik werd moe en wilde terug naar het beginpunt.
Dus ik ben mijn richtingsgevoel gaan volgen en die bracht mij inderdaad terug naar bekend terrein. Ik kwam uit aan de rand van het Bergherbos waar ik al eerder was geweest, bij het volgen van de rode route. Er staan hier een paar banken en je kijkt uit op een paar moderne windmolens. Ik heb hier een korte pauze genomen.
Doordat ik de rode pijltjesroute inmiddels goed ken, wist ik dat de route eerst een eindje naar beneden gaat en vervolgens links af het bos in gaat. Ik had geen zin meer om deze extra lus te lopen en ik gokte erop dat het wandelpad, dat vlak naast de picknicktafel ligt, mij weer zou terugbrengen naar het beginpad waar ik begonnen was. Dit ligt ook aan de rand van het bos.
Na 10 minuten pauze ben ik weer verder gegaan en ik herkende verschillende keren bekende plekken. Op deze plekken heb ik in 2014 en 2015 meerdere keren paddenstoelen gefotografeerd. Tijdens deze wandeling zag ik ook meerdere keren verschillende oude en nieuwere zwammen op al dan niet afgezaagde boomstronken. De meeste waren oude exemplaren van vorig jaar maar ik zag ook een paar verse paddenstoelen in een vermolmde boomstronk. Deze heb ik wel op de foto gezet; mijn 1e paddenstoel van 2016.

Na bijna een half uur lopen kwam ik inderdaad uit op het wandelpad waar de rode en blauwe wandelroute begint. Nu hoefde ik alleen nog maar naar het beginpunt terug te lopen. Gelukkig kwam op dat moment de zon ook weer te voorschijn en genoot ik lekker van de zon. Tijdens de gehele wandeltijd (2 uur en 20 minuten) is de zon maar 2 keer gedurende ongeveer 10 - 15 minuten weggeweest. Verdwenen achter een kleine donkere regenwolk; maar gelukkig is het al de tijd droog gebleven.
Om nog even terug te komen op de Nordicwalking-routeborden: ze lopen voor een groot deel gelijk op met de bruine pijltjesroute.
Ik had inmiddels behoorlijk vermoeide en pijnlijke benen en ik was blij dat ik bij mijn auto aankwam en kon gaan zitten.

Hieronder een 'loopgraaf' uit oorlogstijd



De metalen kunstvoorwerpen




 




dinsdag 15 maart 2016

Strandwandeling

Afgelopen zondag zijn Ibo en ik naar Den Haag en Scheveningen geweest.
Het was een zonnige dag met een stevige koude noordoostenwind en ongeveer 8-9 graden.
Tegen 15.15 uur kwamen wij aan bij het strand van Scheveningen; hiervoor waren we bij het Museon en Omniversum geweest. Het was prettig dat we nog steeds konden genieten van de zon die nog volop scheen.
Toen we het strand opliepen, was het prettig om de frisse zeelucht te ruiken en zoals altijd waren er nu ook weer veel mensen op het strand. We zagen ook vrij veel honden over het zand rennen en enkele honden die het zeewater inrenden.
Het was eb en we moesten een behoorlijk eind over het zand lopen om bij het water te komen. Toen we de beroemde Scheveningse Pier naderden, zagen we rechts van ons een smalle geul met water liggen. Hoe dichter we bij de Pier kwamen, hoe breder de watergeul werd. In 1e instantie dachten wij dat we nog konden doorlopen tot vlak vóór de palen waarop de Scheveningse Pier opstaat. Maar dit bleek niet zo te zijn; vlak voor de palen ging de watergeul met een boog naar links, de zee in. Gelukkig hadden wij op tijd het besluit genomen om al eerder de watergeul over te steken. We zagen een ondiep en smal stuk waar we nog vrij makkelijk overheen konden springen. Dus géén natte voeten.

Een tijd later liepen we boven op de Pier en genoten we van het mooie uitzicht. We vonden een bank die tegen een gebouwtje aanstond en waar we in de zon en uit de wind konden zitten. Vanaf hier zag ik dat het inmiddels opkomende vloed werd. Het was leuk om te zien hoe mensen de breder wordende watergeul overstaken. Sommigen liepen gewoon door het water heen; misschien dat zij waterdichte laarzen of schoenen aanhadden. (?) Dat kon ik niet zien vanaf waar ik zat.

Na onze rustpauze zijn we nog naar het einde van de Pier gelopen en zijn we gaan kijken bij het Bungy-jumpen. Er waren genoeg mensen die een sprong naar beneden maakten, ondanks de koude wind.
Nadat we weer van de Pier af waren, zijn we over de Strandboulevard gaan wandelen. Halverwege gestopt bij een restaurant om een maaltijd te nemen en daarna weer verder over de Strandboulevard.
Bij het Beelden aan zee-museum zijn we in de tram gestapt richting Den Haag. En vanaf hier met de trein weer terug naar het oosten van Nederland.

 Scheveningse strand met de Pier