Op zondag 17 juli ben ik voor de 2e keer naar Bronkhorst gefietst; eerst met trein naar Dieren en daarna met de pont de IJssel overgestoken. Vervolgens over een fietspad dat door de weilanden heen gaat naar het kleine stadje Bronkhorst. Zie de link voor meer info: Bronkhorst
Het was goed fietsweer: bewolking met regelmatig zon, niet al te harde wind die ik wel schuin voor had en het was ongeveer 20 graden.
Nadat ik aan de andere kant van de IJssel stond, rook ik weer de vieze waterlucht. De grond was nu wel droger dan 1 week ervoor. En toen kwam ik erachter dat ik mijn briefje met de fietsknooppunten thuis had laten liggen. Gelukkig staan er onderweg voldoende overzichtsborden van het fietsknooppuntennetwerk. Ik wist dat er op de kruising bij Bronkhorst en de weg naar de pont richting Brummen een overzichtsbord staat. De planning was om na de lunch in Bronkhorst, ter ere van mijn moeders verjaardag, met de pont de IJssel over te steken richting Brummen en daarna naar Zutphen te gaan.
Toen ik in Brummen aankwam, reed ik door het centrum en kwam erachter dat er iets niet klopte. Ben weer terug gegaan en ontdekte waar ik de fout had gemaakt; het overzichtsbord met het nummer 43 had ik niet gezien.
Inmiddels was het warm genoeg geworden om mijn jas uit te trekken maar op de momenten dat de zon weg ging vond ik het weer aan de frisse kant. Dus een aantal keren jasje aan --- jasje uit, zonnebril op --- zonnebril weer af.
In het buitengebied van Brummen heb ik mezelf nog getrakteerd op een heerlijke groente / fruit-smoothie. Ik was moe en wilde ff uitrusten en heb pauze genomen bij pannenkoekenrestaurant Reuvershoeve. Nadat ik, buiten op het terras van tafel veranderd was, zat ik uit de wind en in de zon. Genietend van een uitzicht op een weide waar 5 ezels stonden en ernaast een weide met een aantal geiten.
Toen ik weer op de fiets zat, viel het mij op dat er aan de dijk werd gewerkt: een dijkverlegging. Ik fietste op een gewone weg die naast de dijk liep. Vlak voordat mijn weg wegdraaide van de dijk, zag ik dat er een nieuw fietspad bovenop de (verlegde)dijk was aangelegd. Jammer genoeg liep mijn fietsknooppuntenroute er nog niet over heen.
Mijn weg draaide met een bocht naar de bebouwde kom van een klein dorp, met de naam Hoven. Hierna zag ik de bekende oude ijzeren IJsselbrug van Zutphen te voorschijn komen. Deze keer ging ik er met een fiets overheen; in het verleden was dit of met de auto of met de trein. Het treinstation van Zutphen ligt vlakbij de ijzeren spoorbrug over de IJssel en eindigt hier mijn fietstocht en dus ook het verslag.
donderdag 21 juli 2016
Bronkhorst (deel 1)
Ik ben in de afgelopen paar weken 2 keer met de trein naar Dieren gegaan en daarna op de fiets naar Bronkhorst gegaan. De 1e keer was om uit te proberen hoe lang ik erover zou doen om in Bronkhorst te komen. Dit omdat mijn moeder op 17 juli haar verjaardag in Bronkhorst wilde vieren.
De 1e keer was op 9 juli:
Het was goed fietsweer, aangename temperatuur en de zon zou regelmatig te zien zijn, volgens de buienradar. Alhoewel dat in de praktijk toch tegenviel, in de middag was er met name een grotere kans op regen. In de trein had ik op de buienradar al een buienlijn zien liggen in het noorden van de provincie Gelderland en Bronkhorst ligt een eindje onder Zutphen. Deze plaats ligt al vrij noordelijk in Gelderland.
In Dieren was ik met de pont de IJssel overgestoken en toen scheen de zon nog; maar ik zag in de verte de donkere bewolking aankomen. Oftewel ik kon al vrij snel mijn zonnebril, die ik op de pont had opgezet, weer afdoen.
Nadat ik op de weg richting Bronkhorst fietste, rook ik een onaangename lucht van vies water. Ik zag dat de weilanden naast de weg er drassig uitzagen en er stond veel vergeeld gras in. De oorzaak was het hoge water van de Oude IJssel en de IJssel dat in de 1e week van juli erg hoog had gestaan. Langdurige regen in Duitsland en ook in Nederland was de oorzaak.
In de drassige grond zag ik enkele kieviten, sterns en een groepje ganzen naar eten zoeken. Even verderop zag ik een maisveld die er niet al te florissant bij stond; een groot deel stond nog in het water.
Nadat ik het halfdroge gebied voorbij was, zag ik tot mijn verbazing dat er een fietspad was dat door de weilanden heen ging. Dit was nieuw voor mij; vroeger fietsten we over de weg waar ook de auto`s reden. Ik ben hier al lange tijd niet meer geweest, zeker niet meer sinds ik in 1980 ben gaan werken. Het was prettig om over dit fietspad te rijden. Aan de linkerkant zag ik in de verte de IJssel liggen en af en toe zag ik een of meerdere schepen door het weiland varen. Doordat ik de verte inkeek en veel bomen en struiken zag, waren die voorbij varende boten door het weiland gezichtsbedrog.
Binnen een half uur was ik in Bronkhorst en ben hier gaan pauzeren. Ook nog door het toeristische centrum heen gelopen en enkele kunstateliers en een tentoonstelling van schilderijen en kunstvoorwerpen van een kunstenaarsechtpaar in een kleine kerk bezocht.
Na 1 uur ben ik weer verder gefietst in de richting van Vorden. In deze plaats wilde ik de trein naar Zutphen nemen.
Na het verlaten van Bronkhorst kwam ik al vrij snel in de kleine plaats Baak. Dit dorp ken ik van mijn jeugdjaren doordat er familie woonde. Gek genoeg ben ik nooit in het dorp zelf geweest, alleen maar in de straat waar de familie woonde. Nu fietste ik rond de kerk en die is erg mooi om te zien en hierdoor heb ik Baak iets beter bekeken.
Vervolgens ging de route deels door Warmond en hierna kwam ik in een bosgebied terecht. Ik fietste op een smalle weg en werd onderweg ingehaald door een stinkende tractor; ik had de wind tegen en daardoor rook ik lange tijd de uitlaatgassen. Een eindje voor Vorden kwam ik langs een toeristisch evenement, n.l. Kasteel Vorden. Er was daar een activiteit georganiseerd door Natuurmonumenten; het was er redelijk druk, zag ik.
Eenmaal aangekomen in het centrum van Vorden, moest ik in het centrum de weg vragen naar het treinstation want ik zag nergens verwijzingsborden staan. Hierdoor miste ik net de trein waar ik in mee wilde gaan; ik zag hem wegrijden. Ik moest een half uur wachten op de volgende en bij de 2 andere treinstations miste ik vervolgens overal een vlotte overstap. Ik had hierdoor 1 uur langer reistijd; niet leuk!
De 1e keer was op 9 juli:
Het was goed fietsweer, aangename temperatuur en de zon zou regelmatig te zien zijn, volgens de buienradar. Alhoewel dat in de praktijk toch tegenviel, in de middag was er met name een grotere kans op regen. In de trein had ik op de buienradar al een buienlijn zien liggen in het noorden van de provincie Gelderland en Bronkhorst ligt een eindje onder Zutphen. Deze plaats ligt al vrij noordelijk in Gelderland.
In Dieren was ik met de pont de IJssel overgestoken en toen scheen de zon nog; maar ik zag in de verte de donkere bewolking aankomen. Oftewel ik kon al vrij snel mijn zonnebril, die ik op de pont had opgezet, weer afdoen.
Nadat ik op de weg richting Bronkhorst fietste, rook ik een onaangename lucht van vies water. Ik zag dat de weilanden naast de weg er drassig uitzagen en er stond veel vergeeld gras in. De oorzaak was het hoge water van de Oude IJssel en de IJssel dat in de 1e week van juli erg hoog had gestaan. Langdurige regen in Duitsland en ook in Nederland was de oorzaak.
In de drassige grond zag ik enkele kieviten, sterns en een groepje ganzen naar eten zoeken. Even verderop zag ik een maisveld die er niet al te florissant bij stond; een groot deel stond nog in het water.
Nadat ik het halfdroge gebied voorbij was, zag ik tot mijn verbazing dat er een fietspad was dat door de weilanden heen ging. Dit was nieuw voor mij; vroeger fietsten we over de weg waar ook de auto`s reden. Ik ben hier al lange tijd niet meer geweest, zeker niet meer sinds ik in 1980 ben gaan werken. Het was prettig om over dit fietspad te rijden. Aan de linkerkant zag ik in de verte de IJssel liggen en af en toe zag ik een of meerdere schepen door het weiland varen. Doordat ik de verte inkeek en veel bomen en struiken zag, waren die voorbij varende boten door het weiland gezichtsbedrog.
Binnen een half uur was ik in Bronkhorst en ben hier gaan pauzeren. Ook nog door het toeristische centrum heen gelopen en enkele kunstateliers en een tentoonstelling van schilderijen en kunstvoorwerpen van een kunstenaarsechtpaar in een kleine kerk bezocht.
Na 1 uur ben ik weer verder gefietst in de richting van Vorden. In deze plaats wilde ik de trein naar Zutphen nemen.
Na het verlaten van Bronkhorst kwam ik al vrij snel in de kleine plaats Baak. Dit dorp ken ik van mijn jeugdjaren doordat er familie woonde. Gek genoeg ben ik nooit in het dorp zelf geweest, alleen maar in de straat waar de familie woonde. Nu fietste ik rond de kerk en die is erg mooi om te zien en hierdoor heb ik Baak iets beter bekeken.
Vervolgens ging de route deels door Warmond en hierna kwam ik in een bosgebied terecht. Ik fietste op een smalle weg en werd onderweg ingehaald door een stinkende tractor; ik had de wind tegen en daardoor rook ik lange tijd de uitlaatgassen. Een eindje voor Vorden kwam ik langs een toeristisch evenement, n.l. Kasteel Vorden. Er was daar een activiteit georganiseerd door Natuurmonumenten; het was er redelijk druk, zag ik.
Eenmaal aangekomen in het centrum van Vorden, moest ik in het centrum de weg vragen naar het treinstation want ik zag nergens verwijzingsborden staan. Hierdoor miste ik net de trein waar ik in mee wilde gaan; ik zag hem wegrijden. Ik moest een half uur wachten op de volgende en bij de 2 andere treinstations miste ik vervolgens overal een vlotte overstap. Ik had hierdoor 1 uur langer reistijd; niet leuk!
woensdag 13 juli 2016
Fietsen rond Bussum
Afgelopen zondag, 10 juli, zijn Ibo en ik met de trein naar Naarden-Bussum gegaan, onze fietsen hadden we meegenomen. De route die we hadden uitgestippeld was ongeveer 38 km.
Het was heerlijk fietsweer: lekker warm, 26-28 graden, zonnig en niet al te veel wind. Misschien dat er in de middag een regenbui kon vallen.
Bij aankomst op het NS station Naarden-Bussum, vonden we meteen al onze 1e fietsknooppunt.
Na een korte theepauze zijn Ibo en ik eerst naar de Naarden Vesting gegaan. Zie hier voor meer info Wikipedia.org - Naarden
Het terrein ligt in een stervorm van meerdere bunkers en grachten er omheen, boven op de bunkers kun je over het gras heen lopen en er zijn tal van oorlogsvoorwerpen te zien, o.a. kanonnen. Het gras wordt kort gehouden door loslopende geiten.
We zagen dat er een paar jochies van een jaar of 10 (schatting) in de gracht aan het zwemmen waren; ze klommen tegen de wand van een bunker omhoog en sprongen dan het water in.
Wij konden, nadat we de entree waren gepasseerd ook naar boven en over de bunkers heen lopen. Her en der kan men via een trap naar beneden om een bunker in te gaan. Ibo en ik zijn een bunker ingegaan waar een interessant thema tentoongesteld was, namelijk.... Geschiedenis van de Nieuwe_Hollandse_Waterlinie .
Het was heerlijk om weer in de zonnige buitenlucht terug te zijn want in de bunker was het kil en erg vochtig. Hierna zijn we op het hoogste punt in het gras gaan zitten, met een mooi uitzicht over het water en hebben we onze lunch opgegeten. We zijn niet de hele Vesting doorgelopen omdat we verder wilden gaan met onze fietstocht.
Na 1 uur zijn we weer terug gefietst in de richting van het treinstation en vervolgens in de richting van Muiderberg.
We gingen net niet de snelweg A1 over; net ervoor ging onze route langs een groot meer met de naam: Groote meer. Hierna gingen wij weer zuidwaarts en kwamen we door het gebied van de Ankeveensche Plassen. Dit is een grote waterplas waar een fietspad met een lengte van 2 km door heen loopt. Hier ging onze fietsroute ook over heen en het bleek een erg smal fietspad te zijn waar we zeer geconcentreerd op de grond moesten kijken om niet het water in te rijden. Het werd lastig toen er tegenliggers aankwamen. Uiteindelijk ging alles goed en kwamen we zonder te vallen aan de overkant uit.
We zagen dat we toen in het grensgebied van Hilversum en `s Graveland reden; de omgeving veranderde van vlakke land en water naar bosgebied. Het bosgebied waar we toen door heen gingen had de naam Spanderswoud. Hier zag ik op een gegeven moment de 1e paddenstoel staan, een Parasolzwam. Het lukte me toen nog om door te fietsen maar een eind verderop zou ik toch weer een aantal keren afstappen om een foto te maken van paddenstoelen.
Voorbij het bosgebied ging de fietsroute naar heidegebied; 2 verschillende heidegebieden namelijk: eerst langs de rand van de Bussummerheide en daarna over de Westerheide. We kwamen daarna langs het Singer Museum in Laren en zijn hier even van de fiets gestapt om naar binnen te gaan.
We hebben niet veel kunnen zien in dit museum omdat het bijna 17.00 uur was en dicht ging; het was mij meer te doen om een bezoek aan de wc te brengen.
Na Laren kwamen we in het buitengebied van Blaricum. In dit bosrijke gebied staan veel woningen van BN-ers (bekende Nederlanders) en wij zijn langs een behoorlijk aantal afgeschermde kapitale woningen gefietst. Veel hebben we niet gezien, alleen maar hoge tuinafzettingen en borden met de tekst: camerabewaking. Ik meende in een bepaalde boslaan, de huizen van de TV serie Gooische Vrouwen (van Linda de Mol) te herkennen.
Na Blaricum gingen we nog een keer een heidegebied in, namelijk de Tafelbergheide. Toen we daar doorheen waren gegaan, zei Ibo tegen mij dat hij Frits Spits (ex radiopresentator van Radio 3) had zien fietsen. Het was mij niet opgevallen.
Via de oostkant kwamen we Bussum in en we reden door een wijk met veel grote oude luxe woningen in de stijl van de jaren `50 en `60.
Vlakbij het treinstation van Naarden-Bussum vonden we een pannenkoekrestaurant en hier hebben we een pannenkoek gegeten.
Inmiddels was het behoorlijk afgekoeld toen we weer op de fiets stapten om naar het treinstation te gaan. Het was de hele dag droog gebleven en ik zag op mijn fietsteller de dagafstand van 44 km staan.
Tegen 19.00 uur stapten we in de trein naar Arnhem.
Het was heerlijk fietsweer: lekker warm, 26-28 graden, zonnig en niet al te veel wind. Misschien dat er in de middag een regenbui kon vallen.
Bij aankomst op het NS station Naarden-Bussum, vonden we meteen al onze 1e fietsknooppunt.
Na een korte theepauze zijn Ibo en ik eerst naar de Naarden Vesting gegaan. Zie hier voor meer info Wikipedia.org - Naarden
Het terrein ligt in een stervorm van meerdere bunkers en grachten er omheen, boven op de bunkers kun je over het gras heen lopen en er zijn tal van oorlogsvoorwerpen te zien, o.a. kanonnen. Het gras wordt kort gehouden door loslopende geiten.
We zagen dat er een paar jochies van een jaar of 10 (schatting) in de gracht aan het zwemmen waren; ze klommen tegen de wand van een bunker omhoog en sprongen dan het water in.
Wij konden, nadat we de entree waren gepasseerd ook naar boven en over de bunkers heen lopen. Her en der kan men via een trap naar beneden om een bunker in te gaan. Ibo en ik zijn een bunker ingegaan waar een interessant thema tentoongesteld was, namelijk.... Geschiedenis van de Nieuwe_Hollandse_Waterlinie .
Het was heerlijk om weer in de zonnige buitenlucht terug te zijn want in de bunker was het kil en erg vochtig. Hierna zijn we op het hoogste punt in het gras gaan zitten, met een mooi uitzicht over het water en hebben we onze lunch opgegeten. We zijn niet de hele Vesting doorgelopen omdat we verder wilden gaan met onze fietstocht.
Na 1 uur zijn we weer terug gefietst in de richting van het treinstation en vervolgens in de richting van Muiderberg.
We gingen net niet de snelweg A1 over; net ervoor ging onze route langs een groot meer met de naam: Groote meer. Hierna gingen wij weer zuidwaarts en kwamen we door het gebied van de Ankeveensche Plassen. Dit is een grote waterplas waar een fietspad met een lengte van 2 km door heen loopt. Hier ging onze fietsroute ook over heen en het bleek een erg smal fietspad te zijn waar we zeer geconcentreerd op de grond moesten kijken om niet het water in te rijden. Het werd lastig toen er tegenliggers aankwamen. Uiteindelijk ging alles goed en kwamen we zonder te vallen aan de overkant uit.
We zagen dat we toen in het grensgebied van Hilversum en `s Graveland reden; de omgeving veranderde van vlakke land en water naar bosgebied. Het bosgebied waar we toen door heen gingen had de naam Spanderswoud. Hier zag ik op een gegeven moment de 1e paddenstoel staan, een Parasolzwam. Het lukte me toen nog om door te fietsen maar een eind verderop zou ik toch weer een aantal keren afstappen om een foto te maken van paddenstoelen.
Voorbij het bosgebied ging de fietsroute naar heidegebied; 2 verschillende heidegebieden namelijk: eerst langs de rand van de Bussummerheide en daarna over de Westerheide. We kwamen daarna langs het Singer Museum in Laren en zijn hier even van de fiets gestapt om naar binnen te gaan.
We hebben niet veel kunnen zien in dit museum omdat het bijna 17.00 uur was en dicht ging; het was mij meer te doen om een bezoek aan de wc te brengen.
Na Laren kwamen we in het buitengebied van Blaricum. In dit bosrijke gebied staan veel woningen van BN-ers (bekende Nederlanders) en wij zijn langs een behoorlijk aantal afgeschermde kapitale woningen gefietst. Veel hebben we niet gezien, alleen maar hoge tuinafzettingen en borden met de tekst: camerabewaking. Ik meende in een bepaalde boslaan, de huizen van de TV serie Gooische Vrouwen (van Linda de Mol) te herkennen.
Na Blaricum gingen we nog een keer een heidegebied in, namelijk de Tafelbergheide. Toen we daar doorheen waren gegaan, zei Ibo tegen mij dat hij Frits Spits (ex radiopresentator van Radio 3) had zien fietsen. Het was mij niet opgevallen.
Via de oostkant kwamen we Bussum in en we reden door een wijk met veel grote oude luxe woningen in de stijl van de jaren `50 en `60.
Vlakbij het treinstation van Naarden-Bussum vonden we een pannenkoekrestaurant en hier hebben we een pannenkoek gegeten.
Inmiddels was het behoorlijk afgekoeld toen we weer op de fiets stapten om naar het treinstation te gaan. Het was de hele dag droog gebleven en ik zag op mijn fietsteller de dagafstand van 44 km staan.
Tegen 19.00 uur stapten we in de trein naar Arnhem.
woensdag 6 juli 2016
Marken
Ibo en ik zijn afgelopen zondag naar Marken geweest. Vanuit Amsterdam zijn we er naar toe gefietst.
Marken is een schiereiland, dus we konden er via een 13 km lange dijk naar toe fietsen. Vanaf daar hebben we de ferry naar Volendam genomen; onze fietsen konden mee op de boot.
Het was goed fietsweer, rond de 18 graden, niet al te veel wind, bewolking waar de zon vaak door heen scheen en er was een kleine kans op een regenbui. Die hebben we gelukkig niet gehad.
Na aankomst in Amsterdam zijn Ibo en ik meteen met de pont het IJ overgestoken en zijn we begonnen met een kop thee. We zaten in de zon op het terras van restaurant De Pont.
Onze fietstocht startte door een woonwijk maar we kwamen al vrij snel in het buitengebied terecht. Open en vlak gebied met veel water langs en tussen de weilanden. Veel kleine dorpen waar we door heen fietsten, bleken allemaal bij de Gemeente Waterland te horen. Een paar plaatsen waar we op de heenweg doorkwamen zijn o.a.: Schellingerwoude, Dungerdam, Katwoude, Uitdam.
Op de heenweg hadden we de wind schuin achter en dat kwam wel goed uit als je 13 km op een dijk moet fietsen. In het begin hadden we links van ons het Kinselmeer liggen en rechts zagen we het water van het IJmeer. In de verte zagen we aan de overkant nog bebouwing van Amsterdam en uiteraard ook achter ons. Verder zagen we vrij veel moderne windmolens en veel zeilboten op het IJmeer varen. In het water zag ik ook vrij veel futen zwemmen, met hun jongen die bijna volgroeid waren. We passeerden een eind verderop het Uitdammer Die en vervolgens kwamen we terecht op de dijkweg naar Marken. We hadden aan beide kanten zicht op water.
Toen we over de helft waren op de lange dijk, zagen we een op de dijk een picknicktafel met banken staan. Eindelijk een bank gevonden die aan de goede kant van de dijk staat; met uitzicht op het Markermeer. Eerdere banken die we zagen, stonden allemaal met het uitzicht op het natuurgebied Kinselmeer of op het water van de Uitdammer Die. En er lag nog een weg voor waar we overheen keken.
We hebben onze lunch genuttigd, net buiten Uitdam en we genoten van de zon, het rustgevende effect van het water en van het mooie uitzicht over het Markermeer. In de verte zagen we de bebouwing van Marken al liggen.
Vlak voor Marken konden we kiezen of we over het gewone fietspad dat naast de weg lag of via een slecht en moeilijk begaanbaar fiets- en wandelpad naar Marken zouden gaan. We kozen om rechts om te gaan, over het moeilijk begaanbare pad te gaan. Met heel langzaam fietsen was het net te doen en konden we ook nog iets van de omgeving zien, namelijk de groenstrook naast het water van het Markermeer. We kwamen uit bij een buitenwijk met typische Marker-vissershuisjes. Vervolgens moesten we tussen die huisjes door om weer op een gewone straat uit te komen die naar het centrum van Marken ging. Tussen de huisjes in mochten we niet fietsen; dit kon ook nauwelijks omdat de huisjes erg dicht op elkaar staan. De mensen die hier wonen, zo dicht op elkaar, hebben weinig privacy.
In Marken-centrum aangekomen, zijn we naar het Markenmuseum gegaan. Hier was een tentoonstelling van de watersnoodramp van 1916; precies 100 jaar geleden. Ik wist niet dat er zo`n 40 jaar vóór de mij bekende watersnoodramp van eind januari/ februari in 1953 (in Zeeland en zuidwest Nederland) nóg een watersnoodramp was geweest.
Vervolgens zijn we nog naar een oorlogsmonument gelopen; een stuk vleugel van een neergestort Engels vliegtuig. Daarna gingen we naar de haven waar we een kaartje kochten voor de ferry naar Volendam; de fiets mocht mee op de boot.
Voordat de boot vertrok, hebben Ibo en ik nog ergens op de kade in een oude vissershuisje kunnen kijken. Een vrije inkijk op de benedenverdieping, vanaf de voordeur.
Na bijna een half uur varen, kwam de ferry aan in Volendam. Het was hier erg druk aan de kade en Ibo en ik zijn meteen de drukte uitgegaan.
Nog een stukje door Volendam-centrum gefietst en daarna ging onze route naar Monnickendam. Hier was het heel wat rustiger dan in Volendam. We fietsten door Monnickendam en we zagen dat het ook een oud centrum heeft met veel huisjes in de bouwstijl van vroegere vissersplaatsen.
Ibo en ik wilden hier een pannenkoek gaan eten maar het restaurant die pannenkoeken maakte, kon geen glutenvrije pannenkoeken maken. Dus zijn we verder gegaan; bij het VVV kwamen we erachter dat we naar de volgende plaats moesten fietsen. Een goede 5 km verderop, in Broek in Waterland was wel een pannenkoekenrestaurant waar ze glutenvrije pannenkoeken konden maken.
Tegen 17.30 uur kwamen we daar aan en het eten smaakte ons goed. Na ons diner moesten we nog ongeveer 7 of 8 km fietsen om bij het IJ-ferry in Amsterdam te komen.
Gelukkig ging het grootste deel van de terugweg over rustige landwegen; in Amsterdam moesten we helaas een stuk langs een drukke autoweg fietsen en daarna nog een eind door een lange smalle straat met veel hobbels door de vele omhoog gekomen straattegels. Ik heb het over de omgeving van Nieuwerdammerkade / Buiksloterweg.
Tegen 20.00 uur kwamen we aan bij het NS-station van Amsterdam en na bijna 20 minuten wachten, konden we de trein naar Arnhem nemen.
De lengte van deze fietstocht was op 52 km.
Marken is een schiereiland, dus we konden er via een 13 km lange dijk naar toe fietsen. Vanaf daar hebben we de ferry naar Volendam genomen; onze fietsen konden mee op de boot.
Het was goed fietsweer, rond de 18 graden, niet al te veel wind, bewolking waar de zon vaak door heen scheen en er was een kleine kans op een regenbui. Die hebben we gelukkig niet gehad.
Na aankomst in Amsterdam zijn Ibo en ik meteen met de pont het IJ overgestoken en zijn we begonnen met een kop thee. We zaten in de zon op het terras van restaurant De Pont.
Onze fietstocht startte door een woonwijk maar we kwamen al vrij snel in het buitengebied terecht. Open en vlak gebied met veel water langs en tussen de weilanden. Veel kleine dorpen waar we door heen fietsten, bleken allemaal bij de Gemeente Waterland te horen. Een paar plaatsen waar we op de heenweg doorkwamen zijn o.a.: Schellingerwoude, Dungerdam, Katwoude, Uitdam.
Op de heenweg hadden we de wind schuin achter en dat kwam wel goed uit als je 13 km op een dijk moet fietsen. In het begin hadden we links van ons het Kinselmeer liggen en rechts zagen we het water van het IJmeer. In de verte zagen we aan de overkant nog bebouwing van Amsterdam en uiteraard ook achter ons. Verder zagen we vrij veel moderne windmolens en veel zeilboten op het IJmeer varen. In het water zag ik ook vrij veel futen zwemmen, met hun jongen die bijna volgroeid waren. We passeerden een eind verderop het Uitdammer Die en vervolgens kwamen we terecht op de dijkweg naar Marken. We hadden aan beide kanten zicht op water.
Toen we over de helft waren op de lange dijk, zagen we een op de dijk een picknicktafel met banken staan. Eindelijk een bank gevonden die aan de goede kant van de dijk staat; met uitzicht op het Markermeer. Eerdere banken die we zagen, stonden allemaal met het uitzicht op het natuurgebied Kinselmeer of op het water van de Uitdammer Die. En er lag nog een weg voor waar we overheen keken.
We hebben onze lunch genuttigd, net buiten Uitdam en we genoten van de zon, het rustgevende effect van het water en van het mooie uitzicht over het Markermeer. In de verte zagen we de bebouwing van Marken al liggen.
Vlak voor Marken konden we kiezen of we over het gewone fietspad dat naast de weg lag of via een slecht en moeilijk begaanbaar fiets- en wandelpad naar Marken zouden gaan. We kozen om rechts om te gaan, over het moeilijk begaanbare pad te gaan. Met heel langzaam fietsen was het net te doen en konden we ook nog iets van de omgeving zien, namelijk de groenstrook naast het water van het Markermeer. We kwamen uit bij een buitenwijk met typische Marker-vissershuisjes. Vervolgens moesten we tussen die huisjes door om weer op een gewone straat uit te komen die naar het centrum van Marken ging. Tussen de huisjes in mochten we niet fietsen; dit kon ook nauwelijks omdat de huisjes erg dicht op elkaar staan. De mensen die hier wonen, zo dicht op elkaar, hebben weinig privacy.
In Marken-centrum aangekomen, zijn we naar het Markenmuseum gegaan. Hier was een tentoonstelling van de watersnoodramp van 1916; precies 100 jaar geleden. Ik wist niet dat er zo`n 40 jaar vóór de mij bekende watersnoodramp van eind januari/ februari in 1953 (in Zeeland en zuidwest Nederland) nóg een watersnoodramp was geweest.
Vervolgens zijn we nog naar een oorlogsmonument gelopen; een stuk vleugel van een neergestort Engels vliegtuig. Daarna gingen we naar de haven waar we een kaartje kochten voor de ferry naar Volendam; de fiets mocht mee op de boot.
Voordat de boot vertrok, hebben Ibo en ik nog ergens op de kade in een oude vissershuisje kunnen kijken. Een vrije inkijk op de benedenverdieping, vanaf de voordeur.
Na bijna een half uur varen, kwam de ferry aan in Volendam. Het was hier erg druk aan de kade en Ibo en ik zijn meteen de drukte uitgegaan.
Nog een stukje door Volendam-centrum gefietst en daarna ging onze route naar Monnickendam. Hier was het heel wat rustiger dan in Volendam. We fietsten door Monnickendam en we zagen dat het ook een oud centrum heeft met veel huisjes in de bouwstijl van vroegere vissersplaatsen.
Ibo en ik wilden hier een pannenkoek gaan eten maar het restaurant die pannenkoeken maakte, kon geen glutenvrije pannenkoeken maken. Dus zijn we verder gegaan; bij het VVV kwamen we erachter dat we naar de volgende plaats moesten fietsen. Een goede 5 km verderop, in Broek in Waterland was wel een pannenkoekenrestaurant waar ze glutenvrije pannenkoeken konden maken.
Tegen 17.30 uur kwamen we daar aan en het eten smaakte ons goed. Na ons diner moesten we nog ongeveer 7 of 8 km fietsen om bij het IJ-ferry in Amsterdam te komen.
Gelukkig ging het grootste deel van de terugweg over rustige landwegen; in Amsterdam moesten we helaas een stuk langs een drukke autoweg fietsen en daarna nog een eind door een lange smalle straat met veel hobbels door de vele omhoog gekomen straattegels. Ik heb het over de omgeving van Nieuwerdammerkade / Buiksloterweg.
Tegen 20.00 uur kwamen we aan bij het NS-station van Amsterdam en na bijna 20 minuten wachten, konden we de trein naar Arnhem nemen.
De lengte van deze fietstocht was op 52 km.
Enkele foto`s van Marken - Volendam
Abonneren op:
Posts (Atom)