Er stond gisteren een matige noordoosten wind en de gevoelstemperatuur was zeer koud, de lucht was strakblauw en de zon scheen de hele dag. De ontdooide sneeuw van de dag ervoor was hard aangevroren. Dit maakte het wandelen in het plantsoen en fietsen op de dijk lastig.
`S middags ben ik over de dijk naar de Jezuieten Waay gefietst en op de dijk ben ik een paar keer van de fiets gestapt om een klein stukje te lopen. Onderweg zag ik in de verte een heteluchtballon en ik kreeg medelijden met de mensen die daar op grote hoogte inzaten. Volgens mij hadden die het nog kouder als dat ik het had. Mijn kleding was dik genoeg maar mijn voeten en vingers hadden wel last van de kou.
Het was voor mij de 1e keer sinds ik in De Liemers woon dat ik de omgeving in een sneeuwlaag zag. Het was slechts een bescheiden sneeuwdek maar het was wel een mooi gezicht en ik genoot ervan.
Op de terugweg, aan de rand van Pannerden zag ik een overwegend zwarte koe in een besneeuwd weiland en dit vond ik een mooi contrast om er een foto van te maken. Ik liep over het gras langs de dijk naar het prikkeldraad van de wei om er dichterbij te komen; helaas bleef de koe niet staan. Toch heb ik er wel een foto van; dan maar van de achterkant.
In een ander weiland dat vlak bij de provinciale weg ligt, zag ik een grote buizerd laag over het gras vliegen. Iets verderop zat er nog een in een boom. Omdat de zon een mooi licht gaf over de rij bomen, heb ik geprobeerd om de buizerd in de boom te fotograferen. De 1e foto heb ik ver ingezoomd en bij de 2e foto was ik dichter naar die vogel toe gelopen. Echter hier ook weer hetzelfde als bij de koe: de vogel bleef niet op mij wachten en ging een eindje verderop boven op een lantaarnpaal zitten.
Het laatste stuk over de dijk naar huis was zwaar omdat ik inmiddels zeer koude voeten en vingers had. Ik had er al een tijdje last van en het werd langzamerhand steeds pijnlijker.
Ik had 16 km gefietst, was 1½ uur buiten geweest en tegen 16.00 uur was ik weer thuis.
Het was nog net iets te vroeg om de zon onder te zien gaan en ik had geen zin meer om er op te wachten. Ik verlangde naar een warme huiskamer en een kop hete thee.
Het besneeuwde landschap
Hoog in de boom: de buizerd