Zaterdag 7 april was het een zonnige lentedag; de eerste van dit jaar met een temperatuur van boven de 20 graden. De wind was matig, kracht 4 en kwam uit het zuidoosten.
Om 12 uur kwam ik met de trein aan in Culemborg en het plan was om een fietstocht van ongeveer 34 km te gaan fietsen. Grotendeels over de dijk langs de Lek.
Ik had vrij snel het 1e bord met de fietsknooppuntnummer gevonden; ik hoefde alleen maar langs de spoorbaan een stukje terug te fietsen naar de dijk.
Deze dijkweg waar mijn route begon, heeft een bijzondere naam waar ik nog nooit van had gehoord: Goilberdingerdijk.
Na een paar honderd meter fietsen op de dijk, besloot ik om eerst te gaan lunchen. Ik ging onderaan een trap zitten zodat ik uit de wind zou zitten. Opzij kijkend zag ik de spoorbrug, een kerk en een molen en voor me zag ik een natuurgebied in de uiterwaarden van de Lek.
de spoorbrug bij Culemborg
Boven mij raasden regelmatig motorrijders voorbij en dat zou gedurende mijn hele fietstocht zo blijven. Niet echt leuk. Degene met toermotoren rijden wel rustig; het zijn de groepen met ronkende motoren die de rust verstoren. Ondanks de waarschuwingsborden met de tekst: 'rustig rijden en rekening houden met de aanwonenden', trekt men zich er niets van aan. Dan is het ook niet zo raar dat op sommige plaatsen een verbod is ingesteld om in het weekend over de dijken te rijden.
Ik had de helft van mijn boterhammen op en besloot toen om eerst een korte wandeling te maken door het gebied wat ik voor me zag liggen.
Het wandelpad liep helemaal door tot aan het water en ik zag dat het erg helder was.
Het heldere water in de Lek
Meerdere mensen liepen hier met hun hond en een aantal van hen gingen geregeld het water in.
Een half uur later was ik weer terug bij mijn fiets en vervolgde ik mijn route weer.
Voorbij het plaatsje Everdingen besloot ik het 2e deel van mijn boterhammen op te eten. Dit keer zat ik op een bank, boven op de dijk en had weer een mooi uitzicht op de rivier.
Op een gegeven moment komen er 2 mensen aanlopen die de bewoners bleken te zijn van de woning die ik achter de banken zag staan. De man had een schop bij zich en een paal; deze plaatste hij precies achter de grote rotsblok die tussen de 2 banken staat. De mensen vertelden mij dat ze een gesloten box op de paal wilden maken en een logboek er in willen leggen. De bedoeling is dat voorbijgaande fietsers of wandelaars iets in het logboek kunnen schrijven.
Aan het eind van het fietsseizoen wordt het logboek er weer uit gehaald en gaan ze alle teksten lezen.
Ze vertelden dat ze dit ergens hadden gezien tijdens hun fietstochten en ze hadden besloten om dit zelf ook te gaan doen. Ik vond het een leuk idee en in mijn enthousiasme vroeg ik of ze dat logboek vandaag al hier neer zouden leggen.
Zo snel was het 'geheel' niet klaar maar de vrouw wilde voor mij wel alvast het logboek halen zodat ik er als eerste iets in kon schrijven. Dit heb ik gedaan en het voelde goed dat ik de eerste schrijver was.
Ik vervolgde mijn tocht en reed al vrij snel langs het museum van de Hollandse Waterlinie; buiten zag ik o.a. bunkers, oorlogsrestanten van de verdedigingswerken en een terrein waar men door heen kan wandelen. En een eind verderop passeerde ik fort Everdingen.
Bij Vianen ging ik door het oude stadscentrum heen en zag ik een mooi gebouw staan met een onderdoorgang en iets verderop zag ik een nest met broedende zwanen.
Weer terug op de dijkweg passeerde ik een drietal sluizen waarvan er 2 ingepakt zijn. (renovatiewerkzaamheden)
Voordat ik met de pont zou gaan oversteken, heb ik eerst nog weer op een bankje ervoor gezeten. Even de omgeving in me opnemen: het verkeer boven op de brug, de overstekende pont en ik zag enkele vrachtschepen passeren.
doorkijkje centrum Vianen
de ingepakte sluizen voorbij Vianen
de pont bij Vreeswijk
Aan de overkant ging ik langs de dokwerken / sluizen van Vreeswijk en één ervan, de prinses Beatrixsluis wordt op dit moment verbouwd. Dit gaf een onoverzichtelijke situatie omdat de weg verlegd was en toen ik eenmaal over de sluis heen was, zag ik nergens een fietsknooppuntnummerbord staan. Jammer dat men hier niet beter oplet, als ze de weg een stuk omleggen. Met hulp van een ander fietsend stel kwam ik uiteindelijk weer terecht op de goede weg richting de dijk.
Via de bebouwde kom van Vreeswijk kwam ik weer op de dijk langs de Lek en ik passeerde meerdere recreatiestranden langs het water. Er was genoeg volk te zien; ik zag een aantal grote groepen moslim-mensen die de BBQ hadden meegenomen en vlees stonden te braden. Helaas stond de wind mijn kant op; af en toe moest ik mijn adem inhouden vanwege de vele rook.
Een eind verderop passeerde ik het plaatsje Tull en `t Waal en in deze buurt ben ik nog een keer van de dijkweg afgegaan om een korte pauze te nemen. Ik zat uit de wind, in het gras aan de waterkant.
Op het eind van de dijk reed ik me vast tegen het terrein van fort Honswijk. Een paar vrouwen legden mij de route uit om weer bij de pont uit te komen die mij weer in Culemborg zou brengen.
Tijdens het terug fietsen zag ik aan beide kanten van de weg bontkleurige schapen met lammetjes in de wei staan. Toen ik er een paar op de foto wilde zetten, zag ik door de lens van mijn camera dat er een lammetje vastzat in een stuk gaas. Het beest stond al een tijdje te jammeren en ik besloot om te gaan proberen het dier te bevrijden. Dat ging mij alleen niet lukken en ik kreeg hulp van een jonge man op een motor. Hij stapte over de lage afzetting heen en ik probeerde dat aan de zijkant te doen. Het lammetje schrok van onze activiteiten en in de paniek lukte het wel om zichzelf te bevrijden. Dus uiteindelijk hoefden wij niets te doen.
De bonte schapen
Ik vervolgde mijn weg richting Culemborg en net voordat ik opnieuw de dijkweg op fietste, zag ik weer een zwanennest. Het grappige was dat zowel pa als moe op het nest zaten. Een van de 2 was bezig om het grote nest steviger te maken.
Vlak bij de spoorbrug over de Lek, ging ik over een smalle weg naar de pont toe en al vrij snel kon ik de pont op. Tijdens de overtocht zag ik een tweetal mannen op een waterjet waarbij er één zichzelf met een slang omhoog schoot. Hij stond met een waterstraal een eind boven het water. Leuk om te zien.
de waterjet
Het laatste stuk vanaf de pont fietste ik achter een groep fietsers aan omdat mij niet duidelijk was op welke manier ik richting het centrum moest gaan. Via een binnendoor pad dat onder het treinbaan door ging, fietsten we over een smal fietspad onder een smalle haag van bomen door. Het pad was verschrikkelijk hobbelig door de omhoogkomende boomwortels. Nadat we dit laantje uit waren, zag ik de weg terug die ik op de heenweg ook had gezien en kon ik op eigen houtje weer terug fietsen naar het NS station. Om 16.40 uur stond ik op het perron richting Utrecht en de wachttijd was amper 10 minuten.
Anderhalf uur later was ik weer thuis en zag ik op mijn fietsteller dat ik 34 km had gefietst.