Het was een zonnige lentedag met een matige wind uit het noordoosten en de temperatuur liep op tot 14 graden.
De excursie zou 2 uur duren en er waren 45 mensen op af gekomen. Gelukkig waren er 3 IVN-gidsen en die maakten er 3 groepen van.
De gids vertelde onderweg over veel dingen, o.a.: Huize Wielbergen die door de stichting Philadelphia beheert word en waar al lange tijd mensen met een psychische beperking wonen. Het instituut gaat binnenkort verhuizen naar een andere locatie. Verder vertelde hij de geschiedenis van Huize Bingerden en de verschillende tuinen die daar te zien zijn. Bij het huis zelf zijn we niet geweest; we liepen er langs.
De gids liet ons eerst 2 nesten zien van de boerenzwaluw, deze zitten in de nok van het overdekte fietsenhok. Vervolgens bleef hij direct hierna al weer stilstaan bij een Kastanjeboom waarvan de knoppen al op uitkomen staan.
Hij vertelde naast de historie van Bingerden ook veel over de natuur, o.a.: de verschillende onkruidsoorten, verschillende bomen en halverwege de rondwandeling wees hij ons op een bloeiende Es. Vervolgens liepen we langs allerlei bloeiende doornstruiken, zoals de Sleedoorn, Meidoorn, Hop, Braam en hij vertelde over het ontstaan van de woekering van de Japanse esdoorn, in dit gebied.
Onderweg zagen we bloeiende bodembedekkers zoals: de Bosanemoon, Speenkruid, Zevenkruid, Brandnetel, Look. Bonte Aronskelk en nog vele anderen. Alles onthouden is me helaas niet gelukt.
Tussendoor wees de gids ons op verschillende vogelgeluiden en hij had zelfs een map bij zich met afbeeldingen van de in dit gebied voorkomende vogels. Het waren o.a. de Tjiftjaf en de Bonte specht; hij vertelde over het verschil van de Boomklever en de Boomkruiper.
In het bosgedeelte zagen we zeker 30 nestkastjes opgehangen aan de boomstammen, in veel verschillende varianten. Bij een driehoekig nestkastje legde hij uit waar de ingang zat en waarom die aan de zijkant zat.
We bleven stilstaan bij een boomstam die, jaren geleden, werd aangetast door de Honingzwam. Hij vertelde over de zwarte mycelium (schimmeldraden) die zich achter de boomschors nestelen en zich voeden met het vocht van de boomstam. We konden bij de grotendeels kale stam de zwarte schimmeldraden zien en eraan voelen. De boom sterft langzaam af; deze boom zag er inderdaad verschrikkelijk aangetast uit.
Afbeelding van een boomstam die aangetast is
Nadat we al over de helft van de wandeling waren, stopten we bij een moderne open stal waar biologische koeien gehouden worden. Dit was tevens de rustplek en mensen konden koffie of thee krijgen; dit was door de IVN-gidsen geregeld. Hier vertelde de gids ook het een en ander, het gaat om een speciaal koeienras maar ik weet de naam niet meer. In ieder geval zag ik dat de donkergrijze kleur hier ook bijhoort.
Het was interessant om in de stal rond te lopen; dat mocht. Het was wel eng om zo dicht naast een koe te staan.
Na ongeveer 15 minuten gingen we weer verder en we kregen nog uitleg over een bomenlaan waar we door heen gingen. Aan het eind van deze laan, verlieten we het bosgedeelte en we liepen het laatste stuk naar Huize Wielbergen terug over de verharde weg.
De gids had zich redelijk aan de tijd van 2 uur gehouden; iets na 16.00 uur waren we bij het beginpunt terug.
Ik ben heel wat wijzer geworden..... of ik het allemaal onthouden kan????