vrijdag 26 augustus 2016

Zeewolde

Op zondag 14 augustus zijn Ibo en ik met de trein naar Harderwijk gegaan, de fiets weer meegenomen en vanaf het NS station vertrokken we in de richting van Zeewolde. Dit gebied ligt in Flevoland; om hier te komen moesten we bij Harderwijk het Veluwemeer oversteken. Op de heenweg gingen we via de grote verkeersweg richting Lelystad naar de overkant en op de terugweg wilden we met een pont het grote meer oversteken en dan naar het treinstation van Ermelo te gaan.
Het was een prima fietsdag: zonnig, afgewisseld door wolkenvelden, zwakke wind uit het noordwesten en ongeveer 21 graden.

Om 11.15 uur kwamen we met de trein in Harderwijk aan en we zijn eerst thee gaan drinken. Hierna stapten we op onze fietsen en reden in de richting van het Dolfinarium. We wisten dat we ons 1e fietsknooppunt pas zouden vinden als we de oversteek over het Veluwemeer zouden gaan maken. Dus we fietsten op goed geluk op de ANWB-wegwijzerborden van Lelystad. Net vóór het viaduct zagen we ons fietsknooppuntnummer.
Bovenop het viaduct hadden we een mooi beeld van het grote watergebied; er waren veel (zeil)bootjes te zien. Aan de andere kant van het viaduct fietsten we langs een natuurgebied van Harderbroek en vervolgens langs de waterkant van een meer met de naam Wolderwijd. Hierna sloegen wij af en ging ons fietspad door een polderlandschap; het fietspad was een soort verhoging door het grasland.

Na 45 minuten zijn Ibo en ik gestopt bij een Gemaal; het fietspad liep vlak voor langs het Gemaal en via een smalle ijzeren brug konden we erlangs. Aan de rechterkant liep er een pad naar beneden, naar een wandelgebied; wij zijn aan de linkerkant in het gras gaan zitten om te lunchen. We keken uit over een watergeul waar we een aantal plezierjachtvaartuigen voorbij zagen komen. Iets verderop, stonden veel hoge rietplanten en daar zagen we veel kleine vogels in en boven de rietplanten heen en weer vliegen. Omdat de zon lekker scheen en wij uit de wind zaten, zijn we hier vrij lang gebleven.
Tegen 14.00 uur zijn we weer verder gegaan en onze fietsroute ging door het natuurgebied dat ten westen van Zeewolde ligt. We zagen een jong bos met veel dunne boomstammen die erg dicht naast elkaar staan en waar tussenin lange rechte bospaden liggen. We zagen ook veel omgewaaide boompjes en zelfs een perceel waar bijna alle dunne boompjes scheef  staan door de blijkbaar vaak aanwezige harde wind.
Net zoals de vorige keer, toen we in de omgeving van Almere fietsten, zagen we nu ook weer vrij veel Oldtimer auto`s rijden. Was leuk om er naar te kijken.
Ergens in het bosgebied passeerden we blijkbaar een meer en zagen we een pad dat naar een kijkhut voor watervogels ging. Hier zijn we even naar toe gegaan, maar de watervogels die in het water waren, bevonden zich op een te grote afstand en we waren dus vrij snel uitgekeken.
Nadat we weer op de fiets waren gestapt, kon ik al weer vrij snel afstappen want ik zag iets dat op een paddenstoel leek. Het had een zandkleur en zat tegen een lage, afgezaagde boomstam en het viel niet eens erg op.
Ik zag er ook maar één en deze paddenstoel had ik nog nooit eerder gezien; het deed me denken aan een Cantharel. In ieder geval leuk voor mijn fotoverzameling.

Ik weet niet zeker of dit een Cantharel is: 



Op een gegeven ogenblik fietsten we op een fietspad in een open gebied en zien we een Konikpaard naast het fietspad grazen. Ibo fietste er voorbij en zette een eind verderop zijn fiets op de standaard en ging staan kijken, terwijl ik er niet voorbij wilde gaan zonder eerst een foto gemaakt te hebben. Terwijl ik bezig was om mijn fototoestel te pakken, kwam het paard in beweging en liep richting Ibo toe. Het paard kwam helemaal bij Ibo en hij kon hem aaien; ik zou dat niet gedurfd hebben.
Zie hier de foto`s:




Na een aantal kilometers te hebben gefietst kwamen we weer langs een meer, met de naam 'Nuldernauw'; hier zagen we een soort 'funcentrum' waar veel jonge kinderen werden bezig gehouden met allerlei spelactiviteiten. Iets verderop lag een camping.
Kort hierna kwamen we via de zuidkant de plaats Zeewolde binnen en reden we langs een grote waterplas, met de naam 'Wolderwijd'. Hier zaten ontzettend veel zwanen in, verdeeld in grote groepen langs de kant en iets meer naar het midden van het meer. Zoveel zwanen op één plek bij elkaar had ik nog nooit eerder gezien; erg mooi om te zien.

In het centrum van Zeewolde hebben Ibo en ik een pannenkoek gegeten; het was net 16.30 uur gewest, dus voor deze keer een vroege avondmaaltijd. Na het eten wilden we met de pont het meer oversteken en dan naar Ermelo, vanwaar we met de trein richting huis wilden gaan. Deze pont werkt met vaste afvaarten en het lukte ons nèt niet om de boot van 17.30 uur te nemen.
We hadden niet gezien dat de pont van aanlegplaats was veranderd; we kwamen er pas achter toen we bij de aanlegsteiger stonden. Toen moesten we weer terug naar het centrum waar de nieuwe aanlegsteiger zich bevond. Gelukkig ging er om 18.00 uur nog één oversteek; de laatste. Anders zouden we weer terug moeten fietsen naar Harderwijk om daar via de brug de waterplas over te steken.

De oversteek over het grote Wolderwijd was mooi: de vele zwanen die we in de verte zagen, mooie zonnestralen die achter de wolken vandaan over het water schenen en de kleine rubberen motorboten waarin behoorlijk hard mee gevaren werd, door een aantal jonge mannen die er alleen in zaten. Ze gingen op volle snelheid stuiterend door het water. Tis maar wat je leuk vindt!

Zie hieronder enkele foto`s van de oversteek; de zwanen zijn jammer genoeg niet heel goed te zien





Aan de overkant van het Wolderwijd lag een strand met de naam: 'Strand Wolde'.
Hierna fietsten wij door het plaatsje Wolden heen, een kleine plaats met veel groen en mooie huizen.
Na 4 km zagen we de plaatsnaambord van Ermelo en vrij snel hierna bereikten we het treinstation. Omdat onze trein pas over 25 minuten zou vertrekken, zijn we nog even thee gaan drinken, in de buurt van het station.
Om 19.05 uur vertrok de trein richting Arnhem en om 21.15 uur was ik weer thuis. Op de fietsteller stond de dagafstand op 48 km.



donderdag 18 augustus 2016

Vierlingsbeek

Op zondag 7 augustus zijn Ibo en ik gaan fietsen in het grensgebied van N.Brabant, Limburg en Duitsland. De fietstocht die ik samen met Ibo had uitgestippeld was ongeveer 45 km. De fietstocht was een rondrit en die begon in Vierlingsbeek.
Het was zonnig en er stond een matige wind uit het zuidwesten, het zou rond de 25 graden kunnen worden. Jammer genoeg begon rond het middaguur de voorspelde bewolking al toe te nemen.

Nadat we Vierlingsbeek uit fietsten, staken we al vrij snel met de pont de Maas over en kwamen we aan in de provincie Limburg. Hierna ging de fietsroute zuidwaarts richting Aijen en daarna passeerden we via de zuidkant het recreatiegebied Reindersmeer. We kwamen langs een heideveld en tot onze verrassing stond de hei al in bloei.
Nadat we langs 3/4 deel van het Reindersmeer hadden gefietst namen Ibo en ik een lunchpauze; lekker aan de waterkant zitten en genieten van het weidse uitzicht. Het grote Reindersmeer had een paar nevengeulen en hier zagen we o.a. een stel zwanen en een aantal waterhoentjes zwemmen.

Ons uitzicht tijdens de lunchpauze: 



Na de lunch gingen we door een groter heidegebied heen, eerst er dwars door heen en vervolgens langs de rand ervan. We gingen hierna in de richting van Nieuw Bergen en we fietsten weer door een bosrijk gebied. Onderweg zag ik meerdere keren verschillende soorten paddenstoelen, o.a. de Parasolzwam en de Rode Russula.
Tijdens het fietsen door dit bosgebied, zagen we dat we vlak bij de Duitse grens waren; op een fietsbord zagen we de Duitse plaatsnaam Kevelaer staan

Via het kleine dorp Afferden (Limburg) ging onze fietsroute naar het Nationaal Park Maasduinen. In dit park bevindt zich ook nog een klein heidegebied en hier zagen we onderweg een aantal runderen en even verderop zagen we een kleine groep geiten met bijzonder mooie hoorns. De geiten lagen heerlijk in de schaduw in het zand; de meeste in een zelf gegraven kuil onder een groep bomen.
We hadden bij de ingang van het N.P Maasduinen al op een infobord gelezen over deze geiten, dus het was prettig om ze dan ook tegen te komen.

De geiten onder de bomen:




We merkten in dit park dat we dicht bij een vliegveld waren want we zagen regelmatig duidelijk zichtbaar laagvliegende vliegtuigen over ons heen komen. Het bleek het Duitse vliegveld Airport Weeze te zijn.

Na een rondrit door het mooie park kwamen we weer terug in Afferden en heb ik de plaatsnaambord op de foto gezet. Ik vond het wel grappig om dit te doen omdat er in Gelderland ook een plaats Afferden ligt. En in deze Gelderse Afferden woont familie van mij.
Bij een camping in Afferden zijn Ibo en ik gestopt om er een theepauze te nemen en we besloten om onze fietsroute iets te wijzigen. Aanvankelijk was het de bedoeling om in Boxmeer te eindigen maar qua afstand, gezien vanaf dat we met de pont de Maas weer waren overgestoken, naar het NS treinstation was de lengte net zo ver. We besloten om terug te gaan naar Vierlingsbeek en daar naar het pannenkoekenrestaurant te gaan. In dit restaurant waren we in de ochtend al geweest voor een kop thee.
We zijn langs de Maaskant blijven fietsen en weer terug naar Bergen gegaan; hier gingen we met de pont terug naar het Brabantse land.

Tegen 17.30 uur waren we bij het pannenkoekrestaurant en het was er (nog) heerlijk rustig. Nadat we onze pannenkoek ophadden, zijn we vrij lang blijven natafelen. Dit had een reden: onze trein was namelijk net weg en we moesten 1 uur wachten. Toen wij tegen 18.45 uur weg gingen, begon het net drukker te worden in het pannenkoekrestaurant.
Om 18.50 uur zaten we in de trein en bij thuiskomst zag ik dat we de geplande fietsafstand van 45 km gehaald hadden. Geen extra kilometers gefietst.

Info over Nationaal Park Maasduinen: N.P-de Maasduinen

maandag 1 augustus 2016

Ootmarsum

Op zondag 24 juli ging de fietstocht naar Ootmarsum. Samen met onze fietsen gingen Ibo en ik met de trein naar Oldenzaal en vanaf hier was er een route uitgestippeld naar Ootmarsum. De planning was een rondrit van ongeveer 45 km.
Het weer was in de ochtend erg vochtig en in de vroege ochtend miezerde het zelfs even. Rond het middaguur brak de zon een beetje door. Later in de middag werd het behoorlijk warm, met een temperatuur oplopend tot ongeveer 27-28 graden.

Tegen half 12 kwamen we aan in Oldenzaal en het 1e fietsknooppunt was snel gevonden. Voordat we begonnen wilden we nog ergens thee gaan drinken, maar dat viel tegen. In het centrum was alles gesloten, pas na 1½ km fietsen konden we onze theepauze houden.
Om 12.15 uur vertrokken we weer en de route ging naar Losser en al snel merkten we dat de weg heel geleidelijk aan omhoog ging. We gingen door een glooiend landschap en het zag er erg mooi uit. We fietsten over vrijliggende fietspaden, afwisselend door open terrein met frisgroene weilanden, tussen maisvelden met hoge maisplanten door, boomrijke gebieden en een enkele keer over het erf van een boerderij.  Door de glooiingen heen zagen we in de verte, goed verscholen tussen de bomenrijen in, af en toe kleine huisjes staan. In een klein bosgebied zag ik al snel een boomstronk met kleine witte zwammen staan. Toen ik afstapte om het beter te bekijken, zag Ibo in het gras een rode paddenstoel staan; deze had ik zelf nog niet gezien. Het bleek een rode Russula te zijn.
Na 1 uur fietsen waren we toe aan de lunchpauze en we vonden een picknicktafel naast het fietspad, ergens tussen fietsknooppunt 50 en 51. De tafel stond in de schaduw maar dat was niet zo erg omdat het inmiddels klammig warm was. Toch zijn we hier niet al te lang blijven zitten omdat er veel muggen waren en die lieten ons niet met rust.

Na de lunch was de afstand naar Ootmarsum nog 10 km; we passeerden aan de westkant de plaatsen Beuningen en Denekamp en via de zuidkant van Tilligte bereikten we Ootmarsum. Tegen 14.00 uur kwamen we aan en zijn Ibo en ik eerst op een bankje gaan zitten dat bij de ingang van het Openlucht Museum staat.
We besloten om vervolgens het Openlucht Museum in te gaan; hier is een overzicht te zien van het Twentse boerenleven van vroeger.
Zie hier voor meer info van het museum: Ontdek het land van Heeren & Boeren
Het terrein was niet al te groot, er stonden verschillende grotere en kleinere typisch Twentse gebouwen, enkele weides met klein dierenspul en bij een van de schuren zagen we een tuin met wilde bloemen en heel veel bijen. We hebben even staan kijken en zagen hoe de bijen hun bijenkasten ingingen die aan de zijkant van het gebouw stonden. Het was interessant en leerzaam om de gebouwen en de inhoud van het Twentse boerenleven te aanschouwen. Op het terras van een van de gebouwen hebben Ibo en ik een theepauze gehouden. Daarna nog een paar dingen bekeken, o.a. een waterrad.
Hieronder een paar grappige exposities in het museum:





Deze liepen buiten:





Na 1½ uur hadden we alles gezien en zijn we het centrum van Ootmarsum ingegaan en bij een glasatelier naar binnen gegaan. Daarna verder door het centrum gelopen en een paar mooie kerken bekeken; alleen maar de buitenkant. In het centrum was het erg druk; het plein rondom een kerk was helemaal vol, ingericht met buitenterrassen van de vele drank-en eetgelegenheden.

Tegen 17.00 uur zijn we weer op onze fietsen gestapt; we moesten nog ongeveer 23 km terug fietsen naar Oldenzaal. Onderweg zouden we wel ergens gaan pauzeren en een hapje eten. We hadden zin in een pannenkoek en dachten dat we op de terugweg wel een  pannenkoekenrestaurant zouden zien, maar jammer genoeg gebeurde dat niet.
Na 5 kwartier fietsen kwamen we in de buurt van de noordkant van Oldenzaal waar we weer in het glooiende landschap kwamen met de hoogteverschillen. Doordat we onderweg geen pauze hadden genomen, werd het mij opeens te veel. Ik had geen kracht meer in mijn benen om verder te fietsen en ik werd lichtelijk onwel. Hierdoor moest ik afstappen om iets te eten en een pakje vruchtensap leeg drinken zou me ook wel weer doen opknappen. Na 15 - 20 minuten ergens op een muurtje in de schaduw te hebben gezeten, kon ik weer verder.

In een buitenwijk van Oldenzaal heb ik een aan iemand gevraagd of er een pannenkoekrestaurant in Oldenzaal te vinden was. Helaas was dit niet het geval, de persoon verwees mij in de richting van Lutte; precies weer de andere kant op. Hier hadden we geen zin in en Ibo en ik zijn toen verder gegaan naar het NS station Oldenzaal; toch nog een afstand van bijna 4 km. Onze fietstocht was inmiddels al ver boven de 45 km gekomen; op de kilometerteller zag ik een dagafstand van 54 km staan. Wel vreemd want op een keer na zijn we nergens 'verkeerd' gereden. Die ene fout was maar een klein stukje van 200 - 250 meter.
In het centrum van Oldenzaal zagen we dat er niet veel eetgelegenheden open waren. Dus we zijn meteen met de trein richting 'huis' gegaan en hebben onze honger gestild met pinda`s. Later bij aankomst in Arnhem hebben Ibo en ik een frietje mayo gekocht. En dat smaakte heerlijk!